Nog even en dan is het weer zo ver, dan breekt het carnavalsfeest los onder de rivieren. Een feest dat draait om verkleden, plezier maken, zingen, dansen, elkaar ontmoeten maar ook om lekker samen eten. Een onderdeel van Carnaval dat bij ons in het noorden minder bekend is.

Carnaval is van oorsprong een katholiek feest. Er wordt het begin van het vasten mee gevierd. Dit is de periode van veertig dagen voor Pasen die begint op Aswoensdag. Om de vasten goed te kunnen ‘overleven’, wordt in de vier dagen voor Aswoensdag het Carnavalsfeest gevierd.

De vastenperiode duurt volgens de Katholieke traditie traditioneel veertig dagen (zes zondagen tellen niet mee), begint op Aswoensdag en eindigt met Pasen. Dat is al sinds het concilie van Nice in 325, maar sindsdien zijn de regels flink versoepeld. In de Middeleeuwen mocht je overdag niet eten. Pas als de nacht viel, mochten christenen een sobere maaltijd tot zich nemen. Tegenwoordig hoeft het vasten volgens Rome alleen nog op Aswoensdag en Goede vrijdag. Verder geldt er op de vrijdagen een plicht tot onthouding. Veel christenen vasten in die periode op de een of andere wijze: ze minderen of stoppen helemaal met een bepaalde luxe, zoals vlees, alcohol of sociale media.

Omdat eten dus een heel belangrijk onderdeel is van het carnavals feest, zijn wij op zoek gegaan naar een traditioneel smakelijk carnavals recepten, die voor een goede bodem zorgen. Wat dacht je bijvoorbeeld van de Brabantse worstenbroodjes, Bossche bollen, Limburgse Nonnevot en Zoervleisj.

Omdat het er zo lekker uitzag, hebben we voor vandaag een echt traditioneel carnavals recept, Zoervleisj. In Limburg wordt dit vaak geserveerd met friet en appelmoes.  Wij hebben dit voor ons recept dan ook zelf gemaakt. Zoervleisj met rode kool of stoofpeertjes is ook een genoemde combinatie.