Tijdens je slaap doorloop je verschillende stadia in een vaste volgorde, een slaapcyclus, deze duurt ca. 1,5 uur. Gedurende de nacht doorloop je deze cyclus diverse malen (meestal zo'n 4 tot 6 cycli):
In de Sluimerfase, bereidt je lichaam zich voor om in slaap te vallen, de spieren ontspannen en de hartslag daalt, de ogen draaien langzaam weg en de lichaamstemperatuur daalt. Deze fase duurt meestal maar een paar minuten.
Hierna val je in een lichte slaap, je slaapt al echt maar nog heel licht. Je wordt nog snel wakker van geluiden.
In een aantal minuten daalt nu de hartslag nog wat verder, de spieren ontspannen volledig en je wordt ook niet meer zomaar wakker van geluiden. Je ademhaling is diep en regelmatig: Je lichaam en brein bouwen nieuwe energie op voor de volgende dag. Organen en spieren en je brein herstellen zich in deze diepe slaap (er is in deze fase meer eiwitaanmaak dan afbraak, terwijl er overdag meer afbraak dan aanmaak is) en doen energie op voor de nieuwe dag.
Hierna kom je in de laatste fase: De REM-slaap, deze fase kost veel energie omdat je hersenen nu heel druk aan de slag zijn terwijl je lichaam volledig ontspannen is. In deze fase droom je. Je brein heeft deze slaap nodig om alle indrukken van de vorige dag te verwerken, dit is cruciaal voor het geheugen, het leren van nieuwe dingen, emotionele verwerking en je stemming.
In het begin van de nacht is de diepe of kernslaap dominant, hierna, wanneer het lichaam voldoende hersteld is wordt de slaap lichter, de diepe slaap is minder aanwezig en de REM-slaap neemt toe, je gaat aan het einde van de nacht dan ook meer dromen.
Een goede nachtrust gaat niet om zoveel mogelijk slaapcycli te doorlopen maar om de juiste verdeling van alle fases gedurende de nacht. Gebruik de onderstaande tips om ervoor te zorgen dat je die goede nachtrust krijgt:
Wil jij écht begrijpen wat voeding met je doet? Martine geeft je graag (leefstijl)advies.